Mededelingenblad van de Leuvense Germanisten Jaargang 23 (2010) nr. 2

Ina Vandewijer (promotie 1981)
"Verhalen vertellen kan iedereen."

Avontuurlijk, ambitieus, spontaan en anders. Die woorden omschrijven Ina Vandewijer het best. We gingen een praatje maken met deze germaniste over haar studententijd in Leuven, haar carrière als auteur en haar toekomstplannen. Vandewijer ontving ons met veel enthousiasme in haar huis en haar rijk gevulde leven gaf genoeg stof voor een boeiend gesprek.

Ina Vandewijer werd reeds vroeg gebeten door het schrijfvirus. Vanaf het moment dat ze haar eerste letters kon lezen, wist ze dat ze schrijfster wou worden. Ze zette die ambitie om in daden door op tienjarige leeftijd kleine boekjes vol teksten en tekeningen te maken. Met behulp van een tikmachine, carbonpapier en veel goede wil schreef ze vijf boekjes vol. Daarna werd dat project stilgelegd wegens te veel werk. Toch bleven de stimulansen om bezig te blijven met taal en literatuur, van verschillende kanten komen. Zo waren er haar literaire idolen, zoals de toenmalige jeugdschrijvers Karel Verleyen en René Swartenbroeckx. Hun boeken ontroerden haar en wanneer ze in de plaatselijke bibliotheek een lezing hielden, ontbrak Ina nooit in de zaal. “Als ik door middel van taal gevoelens kan oproepen, dan wil ik dat echt wel doen.” Haar familie had eveneens een bepaalde invloed op haar toekomst. Haar vader was een veellezer en haar oma, bij wie ze de drukte van thuis ontvluchtte, hielp haar bij de ontwikkeling tot literatuurliefhebster. In het huis van haar oma lagen enorm veel boeken, zowel eenvoudige als iets meer uitdagende, die ze gretig verslond. Een laatste bepalende invloed waren haar leerkrachten. Zowel in haar lagere als middelbare school waren er goede leerkrachten die haar liefde voor schrijven nog groter maakten.

Liever dikke cursussen

In 1977 stonden haar ouders erop dat ze aan de universiteit zou studeren. Haar oorspronkelijke keuze, journalistiek, viel daardoor af. Uit het gamma van opleidingen koos ze de richting die het dichtst bij haar droom lag: Germaanse talen. Tot en met 1981 zou ze aan de faculteit Letteren Nederlands en Engels studeren. Tijdens haar studie koos ze welbewust niet voor gemakkelijke oplossingen, maar ze volgde vakken omdat die interessant waren, zelfs al had dat moeilijke en dikkere cursussen tot gevolg. De cursus die haar het meest intrigeerde, was die van filosofie. Het nadenken over de wereld en de existentiële vragen die daarbij horen, kon ze doortrekken naar de literatuur. “Filosofie gaat verder, bestudeert ons wereldidee. Als we met boeken bezig zijn, beginnen we net als filosofie ook met opbouw. Ik zag enorm veel parallellen met taal.” Ook de mensen achter die cursussen fascineerden haar. En voor Engels zullen Vik Doyen en Herman Servotte haar door hun charisma en hun passie voor hun vak voor de rest van haar leven bijblijven.

Ondanks haar grote interesse voor de vakken en voor wat de professoren te vertellen hadden, ging haar studie niet vanzelf. Ze moest, mede door dyslexie, veel en hard studeren. “Juist wanneer je dyslexie hebt, zou je een dergelijke opleiding moeten volgen. Ik heb gezweet en gezwoegd, maar de voldoening is eens zo groot.” Haar tweede zit in het eerste jaar was nodig om tot de goede studiemethode te vinden. Daarna ging het vlekkeloos. Tijdens haar studententijd heeft Ina geen tijd gevonden om te schrijven, maar dat heeft ze daarna snel weer goedgemaakt.

“Waar ik ook kom, mijn studie komt altijd van pas.”

Na haar studie kreeg Ina veel aanbiedingen vanwege haar uitgebreide talenkennis. Toch koos ze ervoor haar toenmalige echtgenoot te volgen naar Zuid-Afrika. Daar werkte ze op het consulaat-generaal van België, meer bepaald op de dienst Buitenlandse Zaken. De contacten van Afrikaanse met Belgische bedrijven verzorgen, was haar taak. Tijdens haar verblijf in het buitenland schreef Ina ook enkele Vlaamse Filmpjes. Als germaniste was het niet zo moeilijk verschillende Afrikaanse talen onder de knie te krijgen. Toch verliep de integratie door de Apartheid zeer moeizaam. Ze kon zich niet neerleggen bij het Apartheidssysteem. “Ik ben opgegroeid in een gezin zonder vooroordelen.” Ina waagde zich meermaals in de Afrikaanse buurten, wat iedereen haar nochtans afraadde. “Iedereen zei dat ze me zouden vermoorden, maar zoals jullie zien: ik zit hier nog altijd!” (lacht)

Na ongeveer drie jaar in Zuid-Afrika trok ze terug naar België om als redactrice bij de Goede Pers Averbode te werken. Tijdens die periode schreef ze ook reportages voor TOP- magazine, een magazine gericht op tieners. Ook hier kwam haar studie zeer goed van pas. Volgens Ina leer je nadenken en structuren ontdekken tijdens de opleiding tot germanist. Omdat elk verhaal een structurele opbouw heeft, kon haar kennis dus ook op schrijven toegepast worden. “Het is dan wel pas achteraf dat je beseft dat hetgeen je geleerd hebt, nuttig is.” voegt ze er met een lachje aan toe.

De volgende stap in haar carrière was een betrekking bij de BRTN, de huidige VRT. Daar werkte ze onder andere mee aan het programma De droomfabriek. Dat programma had als doel moeilijke en bijzondere dromen uit te doen komen. Ina was medeverantwoordelijk voor het kiezen van de dromen die uitgevoerd zouden worden.

Verhalen als belangrijk deel van ons leven

Hoewel Ina al die dingen met veel plezier gedaan heeft, ontbrak er toch altijd iets. “Ik ben overgestapt naar het schrijven van mijn eigen boeken. Als je in dienstverband werkt, zijn jouw ideeën deel van het bedrijf waarvoor je werkt.” Door een eigen boek te schrijven kon ze iets creëren wat enkel van haar was, waar alleen zij erkenning voor zou krijgen. Het resultaat was haar allereerste jeugdboek, Witte Pijn, een boek dat het verblijf van een jongetje bij de Eskimo’s beschrijft. Ina had veel kennis over de Inuït opgedaan tijdens de voorbereiding van een reis naar de Noordpool voor het programma De droomfabriek. Die reis was onverwacht niet doorgegaan, maar haar opgedane kennis gebruikte ze wel als inspiratiebron voor haar eerste boek.

Het manuscript zond ze in voor de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek. Het enige wat ze hiermee wilde bereiken, was de publicatie van het boek en dat lukte. Haar droom kwam uit: het boek werd niet enkel gepubliceerd, maar ze won ook de prijs. Haar carrière als schrijfster was begonnen. Toch was het niet haar bedoeling om een commerciële schrijfster te worden: “Ik wil vooral kwaliteit bieden. Dat is mijn doelstelling.” Dat is dan ook de reden waarom ze aan wedstrijden deelneemt. De feedback die ze krijgt, vindt ze zeer belangrijk. Hier komt haar strijdlustigheid naar boven, die ze ook vertoonde in Zuid-Afrika: “Als anderen van mening waren dat iets niet goed was, dan begon ik er gewoon opnieuw aan. Maar dan moest ik wel weten wat er niet goed aan was.” Ina heeft altijd geweten dat ze voor kinderen wou schrijven. “Voor kinderen schrijven is veel moeilijker dan schrijven voor volwassenen. Je moet je doelgroep voortdurend in de gaten houden.” Het schrijven van een boek is volgens Ina dan ook een intensieve bezigheid: “Als ik schrijf, zit ik in een sfeer en ik moet die dan vasthouden. Ik schrijf ook vrij snel. Dat is omdat ik mij een maand lang kan terugtrekken om aan een nieuw boek te werken.”

Na Witte Pijn volgden er nog verscheidene boeken in hetzelfde genre. Vele hiervan zijn geïnspireerd op persoonlijke ervaringen, zoals de reizen die ze gemaakt heeft.
Toch is Ina met haar recentste publicatie, Storytelling, een andere richting uit gegaan. Het is een handboek waaruit je kan leren hoe verhalen goed verteld kunnen worden. Niet enkel schrijvers vertellen een verhaal, ook leerkrachten, bedrijfsleiders en nog vele anderen zouden verhalen moeten gebruiken om zo hun boodschap over te brengen. Het boek beklemtoont het belang van verhalen in ons leven. Mensen vertellen meer verhalen dan ze beseffen: “Ook wij zijn nu een verhaal aan het vertellen.”

Schrijven zal ik altijd blijven doen

Een ambitieuze vrouw is deze schrijfster altijd al geweest. Daarom zal het niemand verwonderen dat zij nog grote ambities koestert. Zo is de volgende stap in haar carrière het schrijven van film- en tv-scenario’s en dat terwijl ze bezig blijft met het schrijven van boeken. Een film op basis van een scenario dat zij heeft geschreven, is één van haar vele dromen. Wat Ina ook graag zou doen, is het ontwikkelen van een verhaal gebaseerd op enkel en alleen beelden. Een verhaal vertellen zonder woorden te gebruiken, lijkt haar een heel nieuwe uitdaging. “Hoe breng je een verhaal zonder woorden? Ik wil eens zien of het lukt. Het verhaal hoeft niet gepubliceerd te worden, maar dat wil ik echt gewoon doen.” Puur het spelen met beeldtaal is iets wat haar erg intrigeert. Het maakt dan ook niet uit of het om fotografie gaat of om een stripverhaal met tekeningen.

Op onze vraag wat ze nu zelf het hoogtepunt van haar carrière vindt, antwoordt Ina niet zonder trots: “Het moment in 2003 waarop ik vernam dat mijn boek Merg en bloed genomineerd was voor de Gouden Uil.” Voor haar was dat de ultieme bevestiging en erkenning waar ze naar streeft. Kwaliteit heeft Ina altijd hoog in het vaandel gedragen en de nominatie bevestigde dat ze die ook bereikt. “Ik zal altijd boeken schrijven die op een degelijk niveau staan. Ik wil dat kinderen goede taal te lezen krijgen. Dat is zeer belangrijk voor mij.” Een commerciële schrijfster zal zij nooit worden, maar dat behoort ook niet tot haar ambities.

Toen ze als jonge lezer ontroerd werd door taal, wist ze meteen dat zij dat later ook zelf wou doen. Dat houdt ze nog steeds in haar achterhoofd bij het schrijven: “Het is essentieel dat verhalen je raken. De verhalen die je onthoudt, zijn degene die je het meest raken. Al als kind wou ik raken of ontroeren in de vorm van een verhaal. Dat is me gelukt, denk ik. Nu is het enkel nog een kwestie van volhouden natuurlijk!”

Anne Leemans, Visack Pathavong, Sam Van Aken

Bibliografie

  • Witte pijn, 2000, Davidsfonds/Infodok
  • De vogels van Heer Droogstempel, 2002, Clavis
  • Héél lang geleden..., 2002, Lannoo
  • Merg en bloed, 2002, Clavis
  • Valstrik, 2007, Facet
  • De monsterbeelden, 1991, De Sikkel
  • De piratenkoningin, 2002, Afijn
  • Hartsteen, 2002, Afijn
  • Maanziek, 2006, Clavis
  • Mijn stilte, 2008, Davidsfonds/Infodok
  • Magische meisjes: griezelig goeie gids voor hippe tienerheksen / Wim Tilkin (ill.), 2009, Davidsfonds/Infodok
  • Storytelling: verhalen vertellen kan iedereen, 2009, Davidsfonds

 

Website door Emilie Govaerts

Comments