Recensies Witte Pijn

Tim is een halfbloed Inuit, een 'eskimo' uit het hoge Noorden van Canada. Hij woont in Montreal en heeft al het comfort van de moderne grootstad. Af en toe krijgt hij bezoek van zijn zonderlinge Inuit grootvader. Zeer tegen zijn zin vertrekt Tim vervolgens naar Nunavut, het witte land van zijn moeder en zijn grootvader. Tim (of Imenak, zoals zij hem noemen) is opgegroeid ver weg van de onherbergzame sneeuwvlakten en observeert nu met verbazing de gebruiken van de Inuit: op zeehonden jagen, neuzen neuzen, iglo's bouwen, vet slurpen en altijd maar verhalen vertellen... . In de sneeuwstormen en de kou raakt Tim onder de indruk van deze totaal andere wereld en van het overlevingstalent van zijn grootvader. Zonder veel woorden groeit er een band tussen grootvader en kleinzoon. In een mooi parallelverhaal schetst Vandewijer een even intrigerend familieverhaal: dat van de eerste levensdagen van een pas geboren ijsbeer. Ondanks de lage temperaturen is Witte pijn een warm verhaal. Over de verbondenheid met familie en natuur.

Ina Vandewijer over Witte pijn: 
'Het boek ontstond als gevolg van de research die ik deed voor een kijker van De Droomfabriek die naar de Noordpool wou. Maar die droom bleef uiteindelijk onvervuld. Ik heb de info gehaald in boeken, op het internet, van de televisie, bv. National Geographic. Ik ben er nog nooit zelf geweest. Ik wilde altijd al schrijfster worden. Vanaf mijn dertiende doe ik daar goed mijn best voor. Ik oefende mij in taal met Latijn en Grieks en als kind vertelde ik al (soms enge) verhalen aan mijn zussen. Later ben ik die verhalen gaan opschrijven. Wat mijn inspiratie voor mijn personages betreft, zou mijn grootvader wel een beetje kunnen doorgaan voor de opa van Tim, maar mijn zoon lijkt dan weer helemaal niet op Tim.' Over de Knokke-Heistprijs 2000 zei ze: "Ik wou mijn werk gewoon eens objectief laten beoordelen. Van winnen had ik niet durven dromen omdat de concurrentie zo groot is... . (uit: HLN, e.a. artikels)

 

'Ik heb voor een jeugdboek gekozen, omdat ik jongeren goed begrijpen en misschien ook omdat ik op die leeftijd zelf ben beginnen schrijven. Ik kan mij goed inleven in hun leefwereld: alles moet nog beginnen, ze hebben nog alle mogelijkheden voor zich. Misschien heb ik ondanks mijn veertig jaar nog altijd een stuk van die mentaliteit in mij. Ik heb nog altijd dezelfde dromen als toen." (uit: Libelle)

 

Fragment uit witte pijn:              

Grootvader legt van buitenaf een stijf bevroren pels over het gat in de iglo. Daarna komt hij binnengekropen. Uit een lederen draagmand diept hij lever, vlees en bevroren bloedklompen en gooit die in het hete water. 'Ik heb geen honger, grootvader'. 'Ajornamat. Niks aan te doen', zegt grootvader. 'Nochtans zijn die vitaminen, zo heten jullie dat toch, goed voor jou.' Het bloed blubbert in het warme water. Bruine schuim. Bloedsoep. 'Het spijt me, Imenak, ik loop niet even naar de handelspost om voor jou biefstuk en kippenbillen te halen.' 'We hebben voorraden bij ons', protesteer ik heftig. 'Alleen in levensgevaar, Imenak, voor we de honden moeten opeten'.

Uit juryrapport De Boekenleeuw: 

 Er kan slechts één koning van de dieren zijn, één leeuw. De jury moest de jungle in, op zoek naar dat ene beste boek dat - en ik citeer uit het reglement - een boek is ‘vol leesplezier voor jongeren, met literaire waarde, of anders geformuleerd een kinder- en jeugdboek van literair niveau met gegarandeerd leesplezier.’ De jury belandde uiteindelijk na een spannende vlucht op de ijsvlakten van het hoge Noorden. Sneeuw en ijs zorgen voor een unieke setting om het verhaal te schetsen van de ongewone relatie tussen een grootvader en zijn kleinzoon. Die grootvader is een Inuit en volgens zijn kleinzoon een ‘bulderend trolletje’ en ‘een Neanderthaler’. Hij neemt zijn kleinzoon mee naar Nunavut, ‘ons land’, want iemand moet hem te ruste leggen. De jongen komt terecht in een totaal andere wereld met andere gewoontes die hem vreselijk ergeren, net als de koppigheid en de onbeschaamdheid van zijn grootvader: ‘Mijn verstand is maar zo groot als dat van een grondeekhoorn en even traag als dat van een sneeuwhoen.’ ‘Heb je al haren onder je armen? Laat zien Imenak.’ Tijdens een gezamenlijke tocht groeien kleinzoon en grootvader naar elkaar toe en ontdekt Tim wat hij in zich heeft. In de ijzige, ongenadige maar overweldigende natuur groeit een warme vriendschap en krijgt Tim respect voor de cultuur van de Inuit. Het verhaal van de tocht is verweven met dat van een berin en haar jong, die uiteindelijk zorgen voor een ontknoping met mythische allures. Grootvader wordt de onsterfelijke jager.

 

 De stijl in dit verrassende debuut is helder en scherp als ijs. De auteur slaagt er even goed in om de werveling van een sneeuwstorm in woorden te vatten als het licht in een iglo, even goed de drukte tijdens een schranspartij met rauw vlees als de stilte in de onherbergzame sneeuwvlakten. Ze is ook niet blind voor de vreemde invloeden die het leven van de Inuit bedreigen, ze laat die voor zichzelf spreken. Haar ervaring als scenariste blijkt ook uit de dialogen. Ze zet het eigenzinnige taaltje van de grootvader neer met een bewonderenswaardige consequentie. Al even consequent verwoord is het verhaal van de berin en haar jong, in een heel zintuiglijke stijl die het instinct van de dieren volgt. De jury besliste unaniem om de Boekenleeuw 2001 toe te kennen aan Ina Vandewijer voor haar boek Witte pijn.

Website door Emilie Govaerts

Comments